
Een verhuurverbod kan dat?
Om mogelijke verloedering, waarde vermindering van hun eigendom tegen te gaan heeft een Vereniging van Eigenaren te Groningen de beslissing genomen dat een appartement, of een gedeelte van een appartement (kamer) niet verhuurd mag worden. Middels een aanpassing van de splitsingsakte hebben ze een verhuurverbod notarieel laten vastleggen.
Na deze vastlegging is een appartement(recht) door een derde partij aangekocht om deze voor verhuur aan studenten geschikt te maken. Groningen is een aanzienlijke studenten stad. De koper was ten tijde van de verkoop onomstotelijk bekend met het verhuurverbod. Tevens is hij door verschillende personen meermaals benaderd dat verhuur van het aangekochte appartement niet toegestaan is, desondanks zette de nieuwe eigenaar zijn plannen door en starte een procedure om de splitsingsakte (met het verhuurverbod) nietig te laten verklaren.
De Rechtbank te Groningen heeft op 9 juni 2010 beslist dat een verbod om het privegedeelte van een appartement te verhuren is toegestaan. De rechtbank oordeelde:
Dat uit de wet volgt dat een verhuurverbod zoals opgenomen in de splitsingsakte geoorloofd is. Met dien verstande dat dit verbod alleen geldig kan zijn indien het in de splitsingsakte is opgenomen. Een splitsingsakte is in de openbare registers is opgenomen, waardoor het voor derden kenbaar is dat er sprake is van een verhuurverbod in het betreffende appartementencomplex.
Het tegenargument van de bewuste eigenaar dat het verhuurverbod een onaanvaardbare inbreuk op het eigendomsrecht zou zijn, vond de Rechtbank van niet. Dit zou pas het geval zijn als de appartementseigenaar, na verkrijging van de eigendom, vooraf niet had kunnen vaststellen dat er een verhuurverbod zou zijn.
Welke gevolgen heeft deze uitspraak
Uit de uitspraak volgt dat het gebruik van een appartementsrecht (privégedeelte) aanzienlijk kan worden beperkt door bepalingen in de splitsingsakte. Doorslaggevend is wel dat de beperking(en) in de splitsingsakte zijn opgenomen. De vergadering van eigenaars kan dus niet door het nemen van een besluit het gebruik van het privegedeelte beperken. Vastgeleging in het huishoudelijk reglement is ook onvoldoende. Het huishoudelijk reglement is ondergeschikt aan de splisingsakte en beschrijft alleen de orde handhaving.
De Hoge Raad bepaalde eerder al in gerelateerde zaken dat het mogelijk moet zijn beperkingen te stellen aan het gebruik van het privégedeelte. Opname in de splitsingsakte is volgens de Hoge Raad vereist omdat het geen handhaving van de orde betreft maar er sprake is van derdenwerking.
Het aanpassen van de splitsingsakte kan alleen met een in die aktie vastgelegde verhouding van van voor stemmers in de algemene vergadering van eigenaren.
Gerelateerde artikelen: |
Download mogelijkheden: |
LJN BM 7306.pdf Uitspraak van de rechter in Groningen