
Aansprakelijkheid VvE-bestuur
Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders staat de laatste jaren in de schijnwerpers. Door de toegenomen claimbewustheid en veranderende wet- en regelgeving, lopen ook bestuurders van VVE’s een steeds groter risico om aansprakelijk gesteld te worden.
Wie tot een bestuur toetreedt gaat in feite een overeenkomst aan. Als dit niet schriftelijk gebeurt kan dit tot gevolg hebben dat er niet duidelijk is wat van de bestuurder wordt verwacht. Een vastlegging geniet daarom de voorkeur. Als een overeenkomst is opgesteld dan is die te beschouwen als een overeenkomst als bedoeld in 7:400 BW ev.
In principe is de VVE zelf aansprakelijk voor eventuele schulden die worden gemaakt of schade die ontstaat. Maar het kan gebeuren dat u als bestuurder / toezichthouder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld. Dit kan zowel door de vereniging als door derden. De schade moet het gevolg zijn van het doen of nalaten van de betreffende bestuurder. Naast de aansprakelijkheid ten opzichte van derden (schuldeisers, leveranciers, curator etc.), de zogenaamde ‘externe aansprakelijkheid’, kan ook de rechtspersoon, bijvoorbeeld na een wisseling van het bestuur, van mening zijn dat u niet naar behoren hebt gehandeld en u aansprakelijk stellen, de zogenaamde ‘interne aansprakelijkheid’ (2:9 BW). Hierbij is het niet relevant of er voor de diensten is betaald of niet.
Vrijwilligers lopen dezelfde risico’s als betaalde bestuurders
De wettekst van het burgerlijk wetboek artikel 2:9 luidt:
Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
In de wettekst wordt gesproken over ‘behoorlijk bestuur’. Dit is echter een niet nader gedefinieerd begrip, maar dient te worden ingevuld door jurisprudentie, literatuur en actuele ontwikkelingen. Bij onbehoorlijk bestuur moet worden gedacht aan bijvoorbeeld opzet of roekeloosheid. Voorbeelden
- het niet voldoende vergewissen van de kredietwaardigheid van een contractpartner indien de VvE daardoor schade lijdt
- bewust onjuiste voorstelling van zaken inzake vermogenspositie,voorzieningen
- verduistering van zaken
Butgetoverschrijding
In de regel is is in reglementen vastgelegt dat in spoedeisende gevallen opdracht gegeven kan worden voor het uitvoeren van reparaties. Tot welk bedrag dat dit kan is vastgelegt in de splitsingsakte. Ook voor opnamen uit get reservefonds is een machtiging nodig van de vereniging van eigenaren. Dit kan leiden tot onwerkbare situaties. Het kan daarom worden gesteld dat vastlegging van de jaarrekening en het opstellen van de begroting in ieder geval leidt tot aanvaarding van de butget- en bevoegd heidsoverschrijding door het bestuur. Ook als de vergadering de jaarrekening niet goedkeurt dient de bestuurder in dringende situaties te handelen als een redelijk en bekwaam bestuurder.
Medeaansprakelijkheid
Artikel 2.9 BW bepaalt dat indien de aangelegenheid tot 2 of meer bestuurders behoord ieder van hen apart en volledig aansprakelijk gesteld kunnen worden, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest. Een bepaling als deze geeft tevens de noodzaak aan van een deugdelijke notulering van de vergadering van eigenaren en van bestuursvergaderingen.
Décharge
Het bestuur is verplicht de vergadering een balans en exploitatierekening ter goedkeuring voor te leggen. In de regel lijdt goedkeuring door de vergadering tot décharge. Het ontslag van aansprakelijkheid geld alleen voor leden van de VvE en heeft alleen betrekking op datgene dat uit de jaarrekening blijkt en voor zover het daarin gestelde juist is. Voor hetgeen onjuist is verantwoordt en dat wat niet blijkt uit de jaarrekening is de bestuurder nog gewoon aansprakelijk. Het is aan te raden de décharge als afzondelijk agendapunt op de agenda te zetten.
Externe aansprakelijkheid
Hoofdregel: Het handelen van een bestuurder wordt aan de vereniging toegerekend. Het is de vereniging die de door de bestuurder gesloten overeenkomsten moet nakomen en die ten opzichte van de leden schadevergoedingsplichtig is. De bestuurder is aansprakelijk indien hij als bestuurder een begande onrechtmatige daad teven een persoonlijke onrechtmatige daad oplevert. Bijvoorbeeld dat de bestuurder een overeenkomst aangaat waarvan hij ten tijde van het aangaan, weet dan wel redelijkerwijs kon weten dat de vereniging de overeenkomst niet kan nakomen. Ook kan gedacht worden aan het bewust in strijd handendelen met de wet.
Belangrijke verzekeringen die hier om de hoek komen kijken zijn de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en de rechtsbijstandverzekering.
Gerelateerde artikelen: |
Bestuurdersaansprakelijkheid wat houdt het in
Download mogelijkheden: |
Algemeen beginsel behoorlijk bestuur (door Mr. M.P.L. Adriaansen)